Bandenspanning
Dat kun je zien aan een symbooltje of lampje op je dashboard. Als er een probleem is met je bandenspanning, dan blijft dit lampje branden.
Banden en velgen moeten zo veilig mogelijk worden gemonteerd. De montage vereist dan ook veel deskundigheid. Zo moet constant de conditie van de band worden gecontroleerd en precies het juiste aanhaalmoment worden gebruikt. Wij raden dan ook af om dit zelf te doen. Bij directe TPMS-systemen zijn er nog extra redenen om de montage over te laten aan een specialist. Als het ventiel en de pakkingen bij het wisselen van de banden niet op de juiste manier worden onderhouden, kan de sensor sneller slijten. Verder komt er bij nieuwe autobanden en/of nieuwe sensoren veel programmeerwerk kijken om de draadloze communicatie tussen de TPMS-sensor en de ontvanger werkend te krijgen. Specialisten hebben hiervoor de juiste apparatuur. En tenslotte dient bij elke bandenwissel het batterijniveau van de sensoren te worden gecontroleerd. Ook hiervoor heeft de bandenspecialist de juiste apparatuur in huis.
Ben ik nu verplicht om een TPMS systeem te laten installeren?
Nee, auto's die volgens de nieuwe wetgeving onderhevig zijn aan de TPMS verplichting zijn altijd af-fabriek voorzien van een direct of indirect TPMS systeem. Hieruit kun je concluderen dat, indien jouw auto dat niet heeft, jouw auto niet onder de TPMS verplichting valt.
Bij een indirect systeem meten de ABS- en de ASR-sensoren de rotatiesnelheid van de afzonderlijke wielen. Hoe lager de bandenspanning, hoe sneller het wiel gaat draaien. Het systeem geeft dan een waarschuwing. Verder is er een geavanceerd signaalverwerking systeem dat de trillingen meet die gerelateerd kunnen zijn aan de bandenspanning. Een verandering in de trilling kan wijzen op een te lage bandenspanning.
Bij een direct systeem zit er een sensor in het wiel die de bandendruk meet. Deze informatie wordt draadloos verzonden naar een regel-unit in je auto. De waarschuwing die je te zien krijgt, is afhankelijk van het type display van je autofabrikant. Bij de ene display zie je de exacte bandenspanning van de vier banden. En bij de andere display krijg je een waarschuwing te zien zodra er iets mis is met een van de autobanden. De directe systemen zijn erg precies omdat ze heel nauwkeurig de bandenspanning van elke band meten. Bovendien werken ze ook wanneer je auto stilstaat. Bij een indirect systeem is dit niet het geval. Een indirect systeem heeft ook geen sensoren, maar meet de rotatiesnelheid en de trillingen van je wielen. Als deze metingen afwijken, kan dat duiden op een te lage bandenspanning.
Sinds 1 november 2014 dienen fabrikanten elke nieuw verkochte auto te voorzien van een TPMS-systeem. Zowel directe als indirecte systemen zijn toegestaan, zolang ze maar voldoen aan de eisen en voorwaarden van de Europese richtlijn ECE-R64. Deze richtlijn beschrijft de functionaliteit van het TPMS-systeem. En het maakt daarbij niet uit of er gebruik wordt gemaakt van een originele sensor of een aftermarket sensor. TPMS maakt onderdeel uit van de typegoedkeuring van de auto. Het is dan ook een verplicht onderdeel van de auto. Als je nieuwe velgen gaat kopen, dien je als bestuurder daar rekening mee te houden.
TPMS (Tyre Pressure Monitoring Systems) staat voor systemen die de bandenspanning controleren. Het zijn slimme elektronische systemen die in realtime de bandenspanning in de gaten houden. Zodra er iets mis is, geven ze een signaal af. Autofabrikanten kunnen gebruikmaken van twee verschillende systemen: het directe systeem - dat werkt via een druksensor in het wiel - en het indirecte systeem - dat werkt via de ABS-sensor van je auto.
TPMS heeft drie functies:
- Je rijdt veiliger omdat een te lage bandenspanning op tijd wordt gesignaleerd.
- Je kunt brandstof besparen door altijd op de juiste bandenspanning te rijden.
- Je voorkomt onnodige slijtage van je banden door altijd op de juiste bandenspanning te rijden.